Posters met “Personeel gezocht” in winkelramen, een langere wachttijd bij de klantenservice van een bedrijf of een krant die later wordt bezorgd: op veel manieren is te merken dat bedrijven kampen met een personeelstekort. We vroegen aan onze panelleden hoe zij dit ervaren. Is er op hun werk een tekort aan collega’s? Heeft de krapte op de arbeidsmarkt hun een zetje gegeven om op zoek te gaan naar een nieuwe baan? En wat merken ze er van tijdens hun overige dagelijkse bezigheden? Hieronder lees je de resultaten.
Van de panelleden met een (bij)baan werkt 16% minder dan één jaar bij hun huidige werkgever. Een derde van hen is op zoek gegaan naar een (nieuwe) baan omdat zij graag in een andere functie wilden werken. Ongeveer een kwart wilde graag meer gaan verdienen. Ook de panelleden die op dit moment op zoek zijn naar een baan geven deze redenen, hoewel het loon hier wel een belangrijkere rol speelt. 34% van de panelleden die op dit moment een baan zoekt, wil graag meer verdienen, terwijl 32% in een andere functie wil gaan werken.
Waarom ben je op dit moment op zoek naar een (nieuwe) baan? (N = 861)
Aan de panelleden die op zoek zijn naar een nieuwe baan is gevraagd of de krapte op de arbeidsmarkt hierbij een rol speelt. Voor een derde van de invullers is dit het geval: de krapte op de arbeidsmarkt heeft er (deels) voor gezorgd dat zij op zoek zijn gegaan naar een andere baan. Deze vraag is niet gesteld aan invullers die een nieuwe baan zoeken omdat hun contract afloopt of omdat zij net afgestudeerd zijn.
Werkdruk door krapte
Driekwart van de panelleden met een (bij)baan ervaart een personeelstekort bij hen op het werk. Ongeveer de helft van de ZZP’ers merkt ook iets van de krapte op de arbeidsmarkt: zij krijgen bijvoorbeeld meer opdrachten (28%) of hebben hun uurtarief verhoogd (21%).
Meer dan de helft van de panelleden met een (bij)baan of die werken als ZZP’er (55%) heeft in het afgelopen jaar meer werkdruk ervaren. Zeven op de tien panelleden in loondienst ervaren stress door deze hogere werkdruk. Bij de ZZP’ers ligt dit lager: hiervan geeft de helft aan stress te ervaren door de hogere werkdruk. Werkgevers treffen verschillende maatregelen om een aantrekkelijkere werkplek te blijven. Zo heeft een derde van de panelleden een loonsverhoging gekregen. Een even groot deel mag nu vaker thuis werken. Ook biedt bij een derde van de panelleden hun werkgever scholing aan.
Ik heb het afgelopen jaar meer werkdruk ervaren (N = 5.355)
Bij de werkgevers zien we een vergelijkbare situatie: meer dan de helft van hen (55%) is op dit moment op zoek naar personeel. Voor vier op de tien panelleden met personeel in dienst beperkt het personeelstekort de werkzaamheden van hun bedrijf. Een grote meerderheid (81%) komt echter niet in de (financiële) problemen door het personeelstekort.
Personeelstekort in het dagelijks leven
Ook in het dagelijks leven merken panelleden dat er krapte op de arbeidsmarkt is. Meer dan de helft heeft iets gemerkt van het personeelstekort, bijvoorbeeld omdat zij langer moesten wachten in een restaurant (45%) of werkzaamheden aan hun huis moesten uitstellen (44%). In de open antwoorden geven panelleden aan dat alles langer duurt en dat zij op veel plekken hebben gezien dat bedrijven personeel zoeken.
Verdeeldheid over oplossingen
Panelleden zijn verdeeld over het oplossen van de krapte op de arbeidsmarkt. Een kwart van de panelleden ziet dit als de verantwoordelijkheid van de overheid, terwijl een derde vindt dat dit bij werkgevers ligt. Ook verschillen panelleden in mening over de manier waarop de krapte moet worden opgelost. Zo vindt ongeveer twee vijfde van de panelleden dat we minder moeten consumeren om de krapte op te lossen, tegenover iets meer dan een derde die het hier niet mee eens is. Ook vindt 35% van de panelleden dat de overheid arbeidsmigratie moet stimuleren om de krapte op de arbeidsmarkt op te lossen, terwijl 44% vindt van niet.
***
Over het onderzoek
Dit onderzoek is door Citisens uitgevoerd in februari 2023. Meer dan 10.000 Nederlanders namen deel aan het onderzoek. De resultaten zijn gewogen naar leeftijd, geslacht, stedelijkheid en provincie en daarmee op deze onderdelen representatief voor Nederland. Het onderzoek is uitgezet onder het panel van Citisens, bestaande uit ongeveer 65.000 Nederlanders.