Citisens begeleidde als onderzoeks- en adviesbureau in participatie een drukbezochte sessie met het onderwerp: het belang van de inzet van big data bij participatie. Nicolette Ouwerling en Renée van Os namen de deelnemers mee in onze inzichten.
Als eerste gaat Nicolette op zoek naar de meest digitale persoon in de zaal. En wat blijkt? Deze gemeentelijk communicatieadviseur gebruikt twee telefoons om WhatsApp, Facebook, Instagram en zelfs Snapchat actief te gebruiken. Haar ‘benoeming’ tot meest digitale persoon is terecht: “Als ik wakker word, pak ik mijn mobiel en check het aantal likes op mijn bericht van de avond daarvoor.”
Hoe kun je mensen bereiken?
Niet iedereen is in dezelfde mate en op dezelfde kanalen online actief, zegt Nicolette.
“Mensen hebben specifieke gewoonten en voorkeuren. Dat geldt uiteraard ook voor communicatie en participatie.”
Hiervoor heeft Citisens een segmentatiemodel ontwikkeld dat is toegespitst op vraagstukken van gemeenten. Dit segmentatiemodel bestaat uit acht verschillende profielen en is gebaseerd op de pijlers vertrouwen, betrokkenheid, communicatie- en participatievoorkeuren. Alle profielen geven een eigen antwoord op de vraag: ‘Doe je mee?’. Het model geeft onder meer antwoord op de vraag welke groepen via online kanalen te bereiken zijn en welke groep liever face-to-face participeert. Door een koppeling op postcode kan Citisens iedere groep letterlijk ‘lokaliseren’ in een wijk of buurt.
Verschillen in betrokkenheid
De korte toelichting van Nicolette op de profielen roept veel enthousiasme op in de zaal. Wat zijn de meest ‘online’ profielen, hoe bereik je die Honkvaste Buurtbewoners dan wél en wonen die Kritische Vernieuwers – die zo graag meedenken via online kanalen – nu echt alleen in grote steden? Allemaal vragen waar de deelnemers antwoorden op kregen.
Ook op de veelgestelde vraag: ‘welk profiel is dominant in de gemeente waar ik werk en hoe speel ik daarop in?’, kregen de deelnemers antwoord. Zo wonen er in de gemeente Gooise Meren (aanwezig in de zaal) relatief veel Gevestigde Beïnvloeders, in de rurale gemeente Oldebroek veel Zelfbewuste Aanpakkers en in Zwolle blijken er geen echt dominante groepen te zijn. Deze verschillen vragen om een gedifferentieerde participatie-aanpak. Bij die aanpak kunnen de volgende inzichten helpen.
Inzichten
In 2019 deed Citisens voor de tweede keer onderzoek naar de ‘Staat van Betrokkenheid’ in Nederland. In het tweede deel van de sessie licht Renée de eerste inzichten uit dit onderzoek toe. Voor dit onderzoek vulden 16.000 mensen een online vragenlijst in. Gewogen naar de belangrijkste sociaal-demografische kenmerken levert dit onderzoek een representatief beeld op voor Nederland. Het onderzoek bracht tevens de belangrijkste verschillen aan het licht tussen de acht profielen op het gebied van communicatie- en participatievoorkeuren.
Renée nodigt de deelnemers uit een inschatting te maken van de voorkeuren die ‘de Nederlander’ heeft op het gebied van communicatie en participatie:
- Hoe worden Nederlanders het liefst geïnformeerd over een aanpassing in hun leefomgeving?
- Hoe participeren zij het liefst?
- Hoe volgen zij het nieuws?
Wat bleek? De antwoorden die de deelnemers gaven op deze antwoorden kwamen – vooral bij vraag 2 en 3 – grotendeels overeen met de resultaten van het landelijke onderzoek.
- Nederlanders worden het liefst geïnformeerd via een bewonersbrief per post.
- Nederlanders participeren graag door een online enquête in te vullen.
- Nederlanders volgen het nieuws met name via de televisie*.
*Op deze laatste vraag werd toch een beetje afgeweken van de werkelijke nieuwsbron van Nederlanders. Wellicht waren de deelnemers iets té geprimed door het thema van het congres? Waar zij massaal kozen voor ‘online nieuwsplatform’ als belangrijkste nieuwsbron blijkt uit het landelijke onderzoek de ‘good old’ televisie belangrijker te zijn.